Verstaanbaar praten

De spraak (of articulatie of uitspraak) van kinderen ontwikkelt zich vanaf de geboorte door tot ongeveer vijf jaar. Elk kind ontwikkelt zich anders. Of een kind goed verstaanbaar spreekt hangt van veel dingen af. Voor praten zijn meer dan honderd verschillende spieren nodig. Maar dat niet alleen. Voordat iets uitgesproken is door je mond, moeten er al veel dingen gebeuren. Welke klanken zijn nodig en in welke volgorde? Welke bewegingen moet je maken? Hoe snel en hoe hard wil je praten?
Ook kan er een aangeboren afwijking zijn in de mond. En soms speelt mee wat je durft of niet.Hieronder staan een aantal problemen genoemd die we bij De Spreektoren vaak tegen komen op het gebied van verstaanbaar spreken.

Niet alle letters kunnen zeggen

Als de taal op gang is gekomen wordt de verstaanbaarheid ook beter. In het begin kan je kind nog niet alle letters (wij noemen het klanken) goed zeggen. Hij maakt de woorden eenvoudiger door klanken weg te laten, bijvoorbeeld ‘spin’ wordt ‘pin’. Of hij zegt een andere klank, bijvoorbeeld ‘koe’ wordt ‘toe’. Soms merk je dat een klank in het ene woord wel lukt en in het andere woord niet.

Je kind heeft zelf niet in de gaten dat hij de woorden niet goed uitspreekt. Corrigeren helpt meestal niet. Dit zijn problemen in de fonologische ontwikkeling.

Het kan ook zijn dat je kind de woorden probeert te zeggen, maar dat de bewegingen niet goed lukken. Dit kan een probleem zijn in de spraakmotoriek (soms wordt gezegd Verbale Ontwikkelings Dyspraxie of Spraak Ontwikkeling Stoornis).

Bij De Spreektoren hebben we veel ervaring in het behandelen van fonologische problemen en problemen in de spraakmotoriek. Soms komen deze in combinatie voor.

We gebruiken verschillende behandelmethodes. Voor problemen die vooral op het vlak van de klanken liggen kunnen we kiezen voor Hodson & Paden of Metaphon. Zijn er ook problemen op gebied van de spraakbewegingen dan kunnen we PROMPT, Core Vocabulary Therapy (CVT) of DTTC inzetten. Ook klankgebaren gebruiken we regelmatig, indien nodig in overleg met school.
Afhankelijk van wat jouw kind nodig heeft kiezen we voor een bepaalde aanpak of een combinatie.

 

Lees voor een praktijkvoorbeeld ons blogbericht over Lina

Schisis

Heeft je kind een schisis en ben je door het schisis-team van het ziekenhuis verwezen voor logopedie dan kun je bij ons terecht. We geven zowel aandacht aan de taalontwikkeling als de spraak-technische problemen die bij een schisis kunnen ontstaan. Kinderen met schisis kunnen bijvoorbeeld moeite hebben met klanken voor in de mond of de spraak klinkt nasaal, met veel lucht door de neus.
Tijdens de behandelperiode hebben we regelmatig contact met de logopedist in het ziekenhuis. Als ouders ben je nauw betrokken bij de behandeling van je kind.

Stotteren

Bij de Spreektoren werken we volgens de landelijke richtlijn Stotteren (2020).
Als ouders zich zorgen maken over het onvloeiend spreken of haperen van hun kind kunnen ze hun vragen stellen bij een logopedist. Vaak zal er nog niet meteen logopedische behandeling volgen, maar kunnen we ‘monitoren’. Dit betekent dat we samen met jou als ouder het spreken van je kind volgen en kijken hoe het zich ontwikkelt. Hiervoor is het nooit te vroeg! Zodra we merken dat het haperen niet minder wordt of dat het stotteren erger wordt kunnen we overgaan tot behandelen.

>Methodes die wij bij de behandeling van stotteren inzetten zijn o.a. Mini-kids en Restart-DCM.

Kinderen die ouder zijn dan 7 jaar en al langere tijd stotteren verwijzen wij door naar een collega of een specialist-stottertherapeut.

Voor meer informatie: www.stotteren.nl/ouders

Slissen en mondmotoriek

Slissen is de term die gebruikt wordt voor alle problemen met het uitspreken van de s (en soms andere klanken, zoals de t en de n). Tijdens het praten houdt het kind de tong tussen de tanden of kiezen waardoor de spraak afwijkend klinkt. Er is vaak een verband met andere problemen met de mondspieren. Of er zijn afwijkende mondgewoonten zoals duimzuigen, open mondgedrag of kwijlen.
Bij jonge kinderen besteden we speels aandacht aan deze problemen in de mondmotoriek en de spraak. Hierbij gebruiken we onderdelen van OMFT (een methode waarbij de spieren worden getraind en gewoonten worden doorbroken).
Voor oudere kinderen volgt daarna soms een OMFT-traject bij een andere logopedie-praktijk.

Stem

Als een kind hees is, is het slechter te verstaan. Ook zijn er vaak klachten zoals keelpijn of veel kuchen. Bij De Spreektoren kijken we naar gewoonten in het gebruiken van de stem. Soms zijn er ook andere dingen die de klachten veroorzaken.
Bij jonge kinderen besteden we speels aandacht aan het verbeteren van deze gewoonten. Bij oudere kinderen én bij twijfel verwijzen wij naar een arts of een stemtherapeut.